Anton vroeg mij kan jij…

Ik had al effe niks meer van die oude Anton gehoord, meestal belde ie wel effe tussen door, hij belt mij altijd, omdat ik niet weet waar ie uithangt, als je over de donder praat. Lichte mijn telefoon op, een appje, huh ja hoor, Anton schreef, he maatje waar ben je, ik sta groente te laden in Barendrecht, appte hem terug, zet de koffie maar klaar, kom eraan, het was diep in de nacht, dat ik het industrieterrein opreed, ik moest rechts lossen en keek snel of ik die kerstboom zag staan, jazeker.

Parkeerde mijn vrachtwagen netjes in het parkeervak zoals het hoort, zonder anderen wakker te maken, liep naar de overkant, zag Anton al staan, discussiërend met een medewerker, liep zachtjes naar binnen, met een forse stem zei ik, loop je weer problemen te maken, Anton draaide zich om, kan jij Pools Alex. Oh eh nee vriend, heb je geen laadnummer dan, heb je die nodig hier dan. Nou Anton staat waarschijnlijk in je telefoon. Kon het hem niet kwalijk nemen, de Poolse medewerker was ineens de vriendelijkheid zelf, koffie nemen ik laden. Mooi zegt Anton, hij trok effe aan zijn pet.

Koffie Alex, jazeker zwart lekker, vraag aan hem hoe gaat, het gaat lekker vriend zegt hij, heb goed contact met de nationale Trombosedienst, elke snel antwoord als ik mijn waardes opstuur en af en toe word ik nog wel eens gebeld door die aardige dame, loop je te sjansen augie nee toch, nee zeker niet, maar lol hebben moet je toch in het leven. Want dat strakke gedoe van de planning tegenwoordig, als het aan hun ligt , dan rijdt je de hele landkaart rond, zonder iets te doen, waar zijn de echte planners gebleven, dan hebben we ook nog de jonkies op de weg, de echte haal je eruit, echt bij Beckers rijd een binkie joh, Kevin is zijn naam, die kan rijden en reed naar school om zijn diploma op te halen in een oude 143, tja dan heb je me en weet ik dat ie een echte is.

Maar het merendeel is me toch, altijd haast hebben, pallets vallen altijd vanzelf om, noodstop gemaakt, zijn de mooie woorden geworden om je eigen te verbergen als de lading weer eens verschoven is, gelukkig weten jij en ik wel beter he. Man hou op zeg ik kom niet meer bij, je zit hier te vertellen, elke keer als ik een slok wil nemen, proest ik het weer uit. Ja maar Alex het is toch zo. Mijn kleinzoon vroeg me trouwens wat, was jij opzoek naar die oude gek, eh zijn er dan nog meer behalve jij dan. Ja Albert Wiepjes, jij zocht hem. Ja zeg ik hem, iets met feest om oude koeien uit de sloot te halen, Albert was een vriend van mij, een collega een gouden collega.

Maar kon jij hem ook, jazeker zegt Anton, samen ergens staan in Duitsland, Albert lag te slapen bij het bedrijf voor de deur, kwam daar aanrijden en die Duitser wenkte mij gelijk, dat landgenoot van je, die is gevaarlijk, die slaapt met een blaffer onder zijn kussen. Nou lekker dan, gaan we lossen dan. Toen gingen de gordijnen open, hoi medelandgenoot, hij leek op popeye, echt baardje en gewoon zo zijn bed uitgerold, hij stelde zich voor als Albert, ben hem vaak tegen gekomen, dat pistool was echt namelijk, ja Anton dat weet ik, dat pistool was zelfs groter dan een pistool van de maffia in Roermond. Maar inderdaad ik zoek hem, maar hij lijkt wel van de aardbodem verdwenen, misschien ligt hij wel tussen …

De vriendelijke Pool kwam terug, hij had een beetje koud, maar toch, we waren een klein kwartiertje verder, ik zeg Anton moet maar eens ook aan het werk gaan, ja zegt Anton je bent zeker een jonge hond he, die altijd haast heeft, hij lachde zijn halve gebit bloot, zijn pet tilde hij op, nee Alex je bent een vriend een echte vriend, net zoals toen Albert. Hij ondertekende de vrachtbrief en zei uit het niets Pozdrowienia przyjaciel dzieki za zaladowanie. Echt Anton dat is pools, ja wat dacht jij dan dat ik dat niet kon praten, had gewoon geen zin om zelf te laden. De sluwe oude rotzak he, liep met hem mee hij klom in zijn truck en ik zei hem gedag, overigens als er vannacht te veel licht was in Barendrecht, dan kan dat kloppen. Hij reedt weg de donkere nacht in, ik ging lossen met een glimlach.

-Wordt vervolgd-